Motorcycle Diaries

Route:
https://mapsengine.google.com/map/u/1/edit?hl=nl&authuser=1&mid=zxQew7r-ga1A.kMDlYH4y6TT8  (blauwe lijnen)

Voor de geïnteresseerden, hierbij de kostprijs van ons motoravontuur:
https://docs.google.com/spreadsheet/ccc?key=0ArwCVSV2utaFdFlRU052eGxCV1pPdnRSX3NyV1R4Smc&usp=drive_web#gid=0

Dag 1: Rit van Hanoi naar Cho Moi +- 120 km.

We waren stipt om 10u uit het hotel vertrokken en gebeten om onze brommer op te pikken, helemaal klaar voor ons gloednieuwe avontuur! We zochten naar de beste manier om de rugzakken op te binden, monteerden de spiegels, bonden de toolkit vast, kregen nog wat tips en konden uiteindelijk rond 11u vertrekken.

Al hadden we er gisteren al een proefrit opzitten, het bleek geen makkie om de hoofdstad Hanoi uit te rijden. De eerste keer met zo'n brommer in de stad en dan ook nog eens het extra gewicht van de bagage maakte het eerste stuk van onze rit wat stresserend. Verderop kochten we twee 'raincoats' want het hield maar niet op met regenen. Het liep al tegen eenen toen we bij een vriendelijk oud mevrouwtje stopten voor een lekkere noodle soup (phở). Ze dacht wellicht dat we dit nog nooit gegeten hadden, want ze legde met veel gebaren uit wat we moesten doen. En wij maar knikken en volgen, al wisten we wel beter.

Net toen het ècht begon te vlotten, kregen we plotseling een platte achterband. 'Lappe tsjoepappe'! Gelukkig is in Vietnam, gezien de miljoenen scooters en brommers, een bandenmaker nooit veraf. Terwijl de man een nieuwe binnenband stak, werden we door zijn vrouw verwend met thee en snoepjes. Ik kreeg zelfs een nieuwe sjaal en stevige raincoat cadeau! Eens de band vervangen was, werden we nog uitgenodigd voor een kopje thee en Tim voor een sigaret. Zo gaat dat hier nu eenmaal. Echt enorm hartelijke mensen!

Het werd al snel kouder maar we vonden het te vroeg om in Thai Nguyen te stoppen en reden nog een eind verder. Het fijne is dat we zo langzamerhand het landschap zagen veranderen. Het werd al wat heuvelachtig waardoor de weg plezanter is om te berijden. Meer van dat graag!
Nog was het niet gedaan met de pech want de koppelingskabel knapte waardoor Tim niet meer kon embrayeren. Het werd nu ook ècht wel te koud dus keken we uit naar een 'nga nghi' (guesthouse) om te overnachten. Na veel moeite en gebaren kon de uitbater ons toch brengen tot bij iemand van het dorp die al snel een nieuw kabeltje stak, ook weer gefikst!

We kregen zopas een heerlijke maaltijd voorgeschoteld, namen een zalig warme douche en kruipen al rond half acht onder de lakens. Het is te koud om nog buiten te zitten en aangezien er geen verwarming is, zullen we mekaar wat verwarmen ònder de lakens!





Dag 2: Rit van Cho Moi naar Tinh Tuc +- 145 km.

Ondanks de warme dekens en het zachte bed hebben we vanacht niet al te veel geslapen. We hoopten dat de regen ophield tegen de ochtend, helaas! Vertrekken dus met regenkledij aan in de kou. We reden 45 km verder tot in Bac Kan en namen daar ruim de tijd om te ontbijten. Hopelijk kan die verrukkelijke noodle soup ons een beetje verwarmen! Bac Kan leek ons een vrij grote, maar ook verlaten stad. We reden erdoorheen op brede boulevards, maar er was amper een kat te zien. Gelukkig hield het op met regenen en konden we verder zonder regenjassen.

De weg werd bergachtiger en de wolken werden minder grijs dus we hadden nog mooie vooruitzichten voor de komende 100 km's. Hier en daar stopten we even om te kijken op de tablet of we nog op de juiste weg zaten. We voelen dat de mensen naar ons staren, ze vergeten even compleet waarmee ze bezig zijn. Ze hebben in deze streek precies nog niet veel toeristen gezien! Maar iedereen is vriendelijk, ze komen nieuwsgierig op onze kaart kijken waar we naartoe gaan, brabbelen vanalles in het Vietnamees en tonen ons de weg. Twee meisjes merken mijn blauwe ogen op ('huh, blue eyes!') en moeten erom giechelen. Bij mijn weten heeft geen enkele Vietnamees blauwe ogen, dus voor hen ben ik echt iets uitzonderlijk!

We namen de volgende afslag en stonden voor de eerste keer voor een serieuze uitdaging. De weg werd smaller en was geen asfaltbaan meer, maar vooral grindweg met veel stenen en putten in en hier en daar een slecht stuk asfalt tussenin. We geraken de kleine bergpas al bij al vlot over en onze brommer geeft geen kick, opdracht volbracht! Althans voor dat deel van de rit.

We waren al geruime tijd van de hoofdweg af en er zouden nog een aantal serieuze bergpassen volgen op smalle asfaltwegen. De vergezichten worden er alleen maar mooier op, de dorpjes authentieker en de zon was ondertussen ook komen piepen. Zalig!
Tot Tim op een gegeven moment wil schakelen....maar de schakelpedaal blijkbaar niet meer zat waar hij zou moeten zitten. We waren onze schakelpedaal kwijt in volle beklimming! Dan maar terug naar af. Gelukkig moesten we niet te ver terugrijden en lag 'het ding' netjes te blinken in het midden van de weg.

De avond valt en het is ijskoud wanneer we aankomen op de splitsing Bao Lac - Cao Bang. We nemen een kijkje in het 'hotel' en besluiten nog 7 km verder te rijden naar het dorp Tinh Tuc om daar een betere slaapplaats te zoeken. We keren echter terug van een kale reis en er zit niets anders op dan te overnachten in de ietwat marginale guesthouse. Een aantal lokale jongens kwelen hun ziel uit hun lijf in de voorziene karaoke- kamers, er is een grote, kille refter om te eten en ondanks het feit dat het hier ijskoud is zet men doodleuk de deuren open. We kiezen ervoor om opnieuw héél vroeg onder de lakens te kruipen vanavond!





Dag 3: Rit van Tinh Tuc naar Bao Lac +- 75 km.

De ochtend begon meteen met een serieuze uitdaging: van onder de dekens komen. De kamer was ijzig koud en we beseften plots terug waarom we gisteravond in een andere kamer nog 2 extra dekens hebben gepikt. Niet dat dat zo moeilijk was, want alle deuren staan hier wagewijd open. Snel het bed uit, onze kleren aan en een korte sessie ochtendgymnastiek, dat was de enige boodschap!

Terug gepakt en gezakt beginnen we aan onze trip richting Bao Lac. De eerste zonnestralen van tijdens het pakken waren jammer genoeg al verdwenen dus we beslissen om eerst een uurtje te rijden alvorens te ontbijten. Op onze nuchtere maag verteren we de prachige vergezichten en rijden we opnieuw door het dorpje Tinh Tuc dat me deed denken aan een desolaat dorpje uit een Far West- film. Eén lange baan van mensen die je verstijft aanstaren alsof je één of andere gangster bent. 
Direct bij het buitenrijden van het dorp begon een eerste serieuze klim. Het baantje is in goede staat maar de hellingsgraad en de haarspeldbochten doen onze brommer toch goed afzien. Al vlug moest ik naar tweede en zelfs naar eerste schakelen om over de pas te klimmen. Het terugschakelen naar eerste is in een bergrit met passagier en 40 kg extra baggage geen risicoloze onderneming. Dat mochten we de eerste keer aan de lijve ondervinden toen het voorwiel van de grond kwam en ik met wat geluk en de juiste natuurlijke reflexen de brommer terug op zijn twee poten krijg, en dat in een haarspeldbocht... Gelukkig maar want eens boven kregen we een geweldig uitzicht over de regio waar we de nacht hadden doorgebracht. Het ‘koude hol’ ziet er van ver nochtans heel aangenaam uit!

We rijden verder opwaarts als we het gezelschap krijgen van een truck waar we enkele keren haasje over mee doen. Op de steile klimmen staat hij bijna stil, terwijl hij ons steeds terug voorbij rijdt eens we boven genieten van het wondermooie uitzicht. De regio wordt steeds groener en we zien meer rijstterrassen en lokale boeren. Na 2u rijden in beschavingsloze gebieden, de etnische minderheidsgroepen niet meegerekend, beseffen we dat het nog tot in Bao Lac zal duren voor we kunnen ontbijten. Gelukkig hebben we koekjes mee! De baan wordt vlakker en we kunnen hier en daar al eens naar vierde schakelen.

Rond half 1 kwamen we aan in Bao Lac en na een klein toertje door het dorp vonden we onze slaapplaats in een mooi hotelletje langs de rivier. Het eerste wat we deden was iets eten in het eerste het beste 'restaurant' vlakbij het hotel. We bestellen rijst met varken en springrolls. De kok vraagt of er ook wat rund bij mag, wat we ons dan ook goed laten bevallen. De vrij smaakloze maaltijd vult onze magen en ledigt onze portemonnee net iets meer dan we verwachtten. Rijst, varken, springrolls en drankjes kosten ons samen 120 000VND (6 $), wat volstrekt normaal is. De extra rundslapjes echter kosten nog eens 100 000VND en dat was er dan weer zwaar over. Alweer slagen ze er in om ons met een afgeript gevoel een restaurant te doen verlaten. Hier zien ze ons dus niet meer terug, ook al blijkt het het enige restaurant in de buurt!

We verkennen de buurt wat verder met de brommer en rijden door het stadje en het aangrenzende platteland. We houden halt bij een herderin die haar kudde waterbuffels langs de rivier laat grazen. Het blijft een vreemd zicht om die logge beesten als koeien te zien gehoorzamen aan een mens. In Afrika moet je geen stap in hun buurt zetten of ze buffelen je tegen de grond. Op de terugweg krijgen we voor de tweede keer een platte achterband. Op 20 meter van een Xe May (brommer)- herstelshop, alsof de brommer het geroken heeft. Geluk bij een ongeluk zeker? 
De mannen gaan direct aan de slag en in no time is de achterband gedemonteerd. De buitenband blijkt versleten en is de reden waarom de nieuwe binnenband maar 2 dagen heeft standgehouden. We krijgen een nieuwe binnen- en buitenband, nieuwe achterremmen en remblokken en aangezien we hier toch zijn mogen ze ook nog een nieuwe schakelpedaal steken, die we sinds gisteren met een touwtje aan de brommer vastgehangen hadden. We schieten geld te kort, dus één van die mannen brengt An met een scooter terug naar het hotel. Hij vergeet haar wel terug mee te nemen en ik kijk hem vragend aan wanneer hij alleen terug aan de shop staat. Hij had het duidelijk niet goed begrepen de eerste keer en maakt rechtsomkeer om haar te halen.

Terug aangekomen in het hotel staan er 5 crossmotors in de lobby. 4 Amerikaanse veertigers blijken met een gids een 8- daagse door het noorden van Vietnam te rijden. Ze hebben zelfs een volgwagen bij met mechanieker en reserve motors. Toch kijken ze vol bewondering naar onze brommer en het avontuur dat we beleven. “Woow, you’re my favourite people!” en “Next time we come back and do it your way!” 
Leuk om ge-liked te worden!







Dag 4: Rit van Bao Lac naar Dong Van +- 95 km.

We hebben al zo'n 340 km afgelegd de voorbije dagen en bevinden ons ondertussen in het uiterste noorden van Vietnam, niet ver van de Chinese grens. Vandaag is onze eerste dag in het Dong Van Rocky Plateau met als absolute hoogtepunt 'één van de mooiste passages ter wereld', de Ma Pi Leng Pass. Het wordt omschreven als een prachtig stukje 'end of the world' en ik spring kinderlijk enthousiast op de brommer om er zelf een oordeel over te kunnen vellen. Hier hebben we dagenlang naar uitgekeken. De weergoden zijn ons alvast goed gezind, het wordt een stralende dag!

De 4 Amerikanen zwaaien ons uit maar voor we goed en wel aan onze eerste klim van de dag begonnen zijn mogen we onze kar keren. Het achterwiel blijkt los te zitten en er zit niets anders op dan onze mechaniciens van gisteren opnieuw een bezoekje te brengen. Ze proberen nog vanalles aan de man te brengen maar we zwichten niet voor hun Vietnamese verkoopspraatjes. Tim neemt de bouloneuse af en zet het achterwiel dan maar zelf vast. Drie kwartier na ons eerste vertrek zijn we weer gelanceerd. De eerste 70 km zijn wederom wondermooi. We volgen een rivier in het dal terwijl we naarstig klimmen en dalen en genieten van de zon, de prachtige uitzichten, de vrolijke kinderen en de kleurrijk geklede vrouwen.

We bereiken vlot onze eerste tussenstop Meo Vac en worden opnieuw hartelijk onthaald, ditmaal door de dochter van de uitbaters van de eettent. Ze verbaast ons, want het is de eerste keer in 4 dagen dat iemand ons in het Engels te woord staat! We eten er een overheerlijke Bun Cha (noodle soep met gehaktballetjes in) en er wordt onder de lokalen vaak gelachen met onze aanwezigheid; velen komen zelfs nieuwsgierig een kijkje nemen. Een oud mannetje gaat naast Tim staan en verbaast zich over het feit dat Tim zo groot is. Hij vertelt (volgens de dochter) dat ik heel mooi ben en dat Tim knap is. We nemen de complimenten maar al te graag in ontvangst, wie zijn wij om aan het oordeel van zo'n oude, wijze man te twijfelen!

We nemen afscheid met een gevulde maag en hernieuwde krachten, klaar om aan de mooiste 25 km van onze tocht te beginnen. Het zullen achteraf gezien ook de langst durende 25 km worden, want niks van wat ik over de Ma Pi Leng Pass had gelezen, was gelogen. Beneden de steile afgrond loopt de Ngo Qué River en aan de overkant ligt China. Het is gewoon fenomenaal schoon, de natuur op zijn best. We stopten dan ook om de haverklap om foto's te nemen en te genieten van het adembenemende decor. Het maakte een overweldigende indruk en het joeg me zelfs een beetje schrik aan.
Niet ver van de top bereiken we een uitkijkpunt waar ook een aantal Vietnamezen genieten van wat de natuur te bieden heeft. Opnieuw zijn we een hit en willen die mannen met ons op de foto. Grappig dat iedereen zoveel bewondering voor ons heeft! We zetten onze weg verder, zien het landschap steeds ruiger en rotsiger worden en nemen de afdaling met haarspeldbochten richting onze bestemming Dong Van.

We bereiken het stadje rond 15u30 en willen, zoals gewoonlijk, een aantal guesthouses en hotels afgaan om prijzen en kamers te vergelijken. We hadden nooit voor mogelijk gehouden dat alles, maar werkelijk àlles, volgeboekt was (met uitzondering van 1 kamer in een kelder waar we voor geen geld ter wereld wilden overnachten)! Vol ongeloof zakt de moed ons in de schoenen en de enige reden die we kunnen bedenken is dat wellicht heel wat lokale toeristen in het weekend naar hier afzakken. We zien hier namelijk maar één blanke toerist rondlopen, de Italiaanse grijsaard bevestigt ons dat ook hij uren gezocht heeft vooraleer hij een kamer gevonden had.

Na nog wat rondrijden vinden ook wij een geschikte slaapplaats, we smijten onze bagage af en eten wat verderop een stevige Cơm Rang (gebakken rijst met groentjes en vlees). Om 20u worden we verwacht op het politiekantoor om onze 'permit' (toegangskaart voor deze regio) af te halen. We hadden gehoopt er onderuit te kunnen komen, maar de uitbaatster van onze guesthouse vroeg er uiteindelijk toch naar. Zonder 'permit', geen overnachting! Ondanks de verhalen die op het internet circuleren, hebben we te maken met goedgezinde ambtenaren en komen we er met 12$ eigenlijk goedkoop vanaf. Het koelt flink af dus kruipen we alweer vroeg onder de lakens, nagenietend van een dag die we van z'n leven niet meer zullen vergeten!











Dag 5: Rit van Dong Van naar Ha Giang +- 150 km.

We zijn vandaag vroeg opgestaan want we hebben een lange rit voor de boeg. In tegenstelling tot gisteren hangen vandaag de wolken tegen het asfalt geplakt, het zicht is matig en de baan is glad. De wolken maken ons kletsnat en het is koud...een ideaal weertje dus!? Met een ei in mijn broek vertrekken we voor opnieuw een bergrit. We zitten nog steeds in het Dong Van Rocky Plateau dus het uitzicht zou hier geweldig moeten zijn, maar de eerste twee uren zien we alleen een wit scherm naast ons. Als de mist eindelijk een beetje wegtrekt rijden we in een vallei met naast ons immense bergflanken. We zijn de laatste 10km serieus gedaald en dat voelen we, het zonnetje kom al eens piepen en de temperatuur wordt aangenamer. We stoppen in the middle of nowhere voor een lekker warme koffie, een aangenaam opwarmertje!

Het is al na de middag als we in een andere vallei een rivier volgen. De rotswanden van de bergen komen als het ware uit de rivier gerezen met spectaculaire views tot gevolg. We stoppen dan ook opnieuw voor wat foto's. Uit het niks verschijnt ineens een kalfje, ogenschijnlijk verdwaald want het is steeds achter zijn moeder aan het loeien. Een jongetje doet zijn best om het kalfje mee te nemen naar de rest van de kudde, maar het beestje heeft er weinig geloof in en vlucht de bergflank op. In het dal weergalmt het geloei van het kleine kalf kilometers ver. Een komisch- triest schouwspel in een prachtige omgeving op ongeveer 66 km van Ha Giang.
We moeten nog een aantal uren rijden dus ik kick de brommer terug in gang en we stoppen in het eerstvolgende dorpje voor onze late lunch. Er zitten enkele gezinnen met kinderen in het restaurantje; ze zijn opgekleed en dat doet er ons aan denken dat het weekend is. De phở gà (noodle soep met kip) smaakt als altijd. De noodles worden hier vers gemaakt: eerst wordt er een vel rijstpapier gemaakt, dat wordt dan opgehangen om kort te drogen en vervolgens opgerold en versneden tot brede noodles. In de soep smelten ze op de tong, zalig lekker!

Na een laatste pittige klim voorbij het dorpje Tam Son rijden we langzaam uit het Dong Van Rocky Plateau. Het is eigenlijk één langgerekte afdaling tot in Ha Giang. Daar aangekomen blijken de eerste 4 hotels die we bekijken volboekt. Hier gaan we weer! Maar de eerstvolgende nhà nghỉ (guesthouse) is prijs. We krijgen een deftige kamer en er is vriendelijk personeel. Terwijl Anneke geniet van een warme douche neem ik de brommer mee naar een mechanicien. Er reutelt al een hele tijd iets aan het voorwiel en dit was de laatste kilometers echt erger geworden. Ik wees de man naar het voorwiel en hij schudde eens met het stuur. Toen zag ik dat het voorwiel wiebelde los rond zijn as. De roulementen zaten gebroken. We hebben geluk dat we hier geen ongeluk mee gehad hebben. Voor een peulschil vervangen ze de roulementen en krijg ik een set nieuwe voorremmen, alweer een probleem van de baan.

Morgen is het zondag en ook al voorspellen ze regen, we beslissen om een rustdag in te lassen. Ik heb de eerste dagen een ontsteking opgelopen aan mijn linkerschouderblad, wellicht door het koude weer van de eerste dagen en het gewicht dat ik op 2 wielen in balans probeer te houden. Ik heb de pijn al een paar dagen verbeten en morgen ga ik op zoek naar zalf of een pilletje.






Dag 6: rustdag in Ha Giang.

Het is al van in Hanoi geleden dat we nog eens een deftig stuk fruit hebben kunnen eten, dus ga ik vandaag op het marktje op zoek naar een gezond ontbijt. In één van de fruitkraampjes koop ik een tros bananen, 2 dragonfruits en een pomelo. De prijs is wel hoog in tegenstelling tot wat we gewoon zijn maar ik betaal de 10$ met plezier. Bij de apotheek kennen ze geen Voltaren gel, Flexium gel, Diclofenac of Ibuprofen dus stel ik me tevreden met een zalfje dat 'Salonpas' heet. Na gebruik blijkt het een soort Reflexspray te zijn, maar dan in zalfvorm. Reflexzalf dus. Hopelijk zal de ontsteking hiermee wel vanzelf overgaan!
We installeren ons met ons ontbijt in een degelijk koffiehuis recht tegenover de guesthouse. Ze serveren er onze favoriete 'cà phê sữa đá' en dat is al geleden van in Nha Trang, dus we twijfelen niet. Jammer genoeg zijn de dragonfruits en bananen niet te vreten, daar gaat onze gezonde maaltijd! Dan maar terug een noodle soepje... De pomelo houden we als 4- uurtje, deze blijkt wel super lekker te zijn.

Aangezien we maar 1 set warme kleren hebben komt de rustdag als geroepen om een handwas te doen. An heeft gisteravond de jeansbroeken, truien en handschoenen gewassen om ze tijd genoeg te geven om te drogen. De weergoden denken er anders over en het is een miezerige, koude dag vandaag. Tegen de avond beslis ik om mijn halfnatte broek gewoon aan te doen, volgens mij de snelste manier om te drogen. Anneke gelooft me niet, maar na een uur is mijn broek bijna volledig droog! De handschoenen bewerken we met de haardroger en de rest zullen we de volgende avond wel opnieuw ophangen.

We kijken nog een paar 'Friends-kes' voor het slapengaan en zitten al aan het einde van seizoen 5, maar dankzij het goede internet hier hebben we ook seizoen 7 en 8 volledig kunnen downloaden. We zitten safe!


Dag 7: Rit van Ha Giang naar Lao Cai +- 205 km.

De wekker loopt sinds lang nog eens om 7u af, we hebben een lange rit voor de boeg dus kunnen we maar beter vroeg genoeg vertrekken. Bij het uitchecken blijkt de kamer ineens 4$ /nacht duurder te zijn en moeten we ook betalen voor het warme water dat we normaal overal gratis krijgen om een theetje te drinken op de kamer. We willen geen al te grote scène maken (iets wat sowieso niet evident is als je geen Vietnamees spreekt en zij geen Engels kunnen) dus doen we de bittere pil in 2 en zeggen we vriendelijk vaarwel. We eten nog een phở bò om de maag te vullen en kopen wat stokbroodjes voor een picknick 's middags en laten de stad om half 9 achter ons liggen. Mooi op schema!

Het landschap wordt steeds glooiender, de rijstterassen worden groener en we passeren verschillende kleine dorpjes langs het smalle asfaltbaantje. De baan is hobbelig en af en toe ontbreekt een stuk dus stevig doorrijden zit er niet in. Het is opletten geblazen dus ik geniet maar met een half oog van het landschap.
Rond 11u bereiken we het dorpje Việt Quang als de brommer opeens wel héél veel lawaai maakt. De uitlaat is afgebroken aan de motor en moet gelast worden. Alweer hebben we het geluk in de buurt van een Xe May- herstelshop te zijn. De brommer heeft er echt wel een neus voor! De oudere man demonteert de uitlaat, gaat ermee naar de lasser en staat binnen het halfuur terug met een gefikste uitlaat. Nu we hier zijn kunnen we maar beter ook de claxon vervangen, die het al even laat afweten. Het is al middag en we nemen afscheid van de ondertussen aardig aangedikte familie. Tijd om wat kilometers af te haspelen!

Al snel laat onze toeter het alweer afweten en ook de pinkers en het 'neutraal'- lampje blijken defect. We mogen er dan al niet veel van kennen, het probleem ligt duidelijk bij de batterij. Dat kan gelukkig nog wel even wachten. Er zijn dringender zaken, dus installeren we ons iets verderop om onze bo'kes met choco naar binnen te spelen, het smaakt!

We rijden naarstig door richting de QL70, een hoofdweg tussen Hanoi en de Chinese grens. Een ader voor groot transport, camions dus! We kunnen goed doorrijden, behalve in de bergen, waar de baan op vele plaatsen kapotgereden is door het zware vrachtverkeer. Het is dan ook geen evidentie om al die trucks bergop en bergaf voorbij te steken. Tegen een uur of 4 bereiken we een 'autostrade' richting Chinese grens. Net voor de grenspost slaan we af richting het centrum van Lao Cai, zoeken ons een slaapplaats en eten lekkere gebakken noodles (Mi Xao) in een lokaal eettentje. Het was een zware dag maar we kruipen voldaan onder de dekens.




Dag 8: Rit van Lao Cai naar Sapa +- 35 km.

Het eten gisteravond was erg lekker en aangezien er niet veel andere opties zijn, besluiten we terug die kant op te gaan voor ontbijt. De tent was gesloten dus moesten we noodgedwongen op zoek naar iets anders. Niet simpel in zo'n stad waar werkelijk nièts te beleven valt! We arriveren op de plaatselijke markt, vinden er wonderwel een zeer propere food stall en eten een òverheerlijke noodle soup bij het vriendelijke mevrouwtje.

We maken de bagage en brommer klaar voor vertrek wanneer 2 Vietnamese 'madammekes' tegen ons beginnen praten (in het Vietnamees uiteraard). We verstaan er de ballen van en toch wordt er  langs beide kanten wat afgelachen. Met veel gebaren en stamelen vertellen we dat we getrouwd zijn maar nog geen kinderen hebben. Dit is de makkelijkste optie want in hun cultuur kunnen een jongen en meisje zelden samenleven als ze niet getrouwd zijn. De vrouwtjes hebben allebei 3 oudere kinderen. Ze laten ons ook verstaan dat het héél koud zou zijn in Sapa en we maar beter voorbereid konden zijn. We kijken eens naar elkaar en lachen wat in ons binnenste. Sapa ligt amper 35 km verderop en in Lao Cai is het dan wel bewolkt, we hebben het al warm vroeg in de ochtend. Maar deze winter heeft het voor de eerste keer in vele jaren serieus gesneeuwd in Sapa en dat blijft een beetje in de hoofden van het lokale volk hangen! Ze zwaaien ons uit en wensen ons veel geluk op onze trip.

Tijdens de eerste bergpas hangen de wolken opnieuw laag in het dal en rond de bergtoppen waardoor het zicht op sommige plaatsen zeer beperkt is. Geleidelijk aan klaart het op en tegen de middag baadt Sapa in het zonnetje onder een helderbauwe hemel, héérlijk! We kiezen voor een guesthouse aan het meer, dumpen onze bagage en gaan eens voor een Westerse maaltijd, spaghetti voor An en een hamburger voor Tim. Zoals altijd veel te duur, kleine porties en niks bijzonders! Met de lunch achter de kiezen springen we op de brommer en gaan voor een tocht langs de Muong Hoa vallei, genieten van de rit zonder zware bagage, de opnieuw prachtige vergezichten en het lentezonnetje dat een instant smile op onze gezichten tovert. Gewoonweg genieten is dit!

We doen een terrasje aan de rand van de vallei en Tim gaat nog op zoek naar een mechanieker die een nieuwe batterij kan steken. Ik chill wat op de kamer en zie van het ene op andere moment laaghangende wolken over het meer kruipen. De avond valt snel, we gaan niet ver voor een noodle soepje en vallen in slaap met ons hoofd tussen de wolken.






Dag 9: Rit van Sapa naar Than Uyen +-100 km.

Gisteren hadden we echt geluk met de open hemel, want de dagen voordien en ook vandaag ligt dè toeristische trekpleister van het Noorden onder een dik wolkenpak. We springen de brommer op en krijgen opnieuw een beklimming voorgeschoteld, met aan onze linkerzijde Phan Si Pan, de hoogste bergtop van Vietnam. Jammer genoeg zijn de bergtoppen haast onzichtbaar door de mist en wolken, het is dus gissen naar waar de berg juist ligt.

Wat volgt is één lange afdaling richting de splitsing Lai Chau - Than Uyen. Enkel een kleine vrachtwagen die zich als een rodelaar naar beneden laat glijden verhindert dat we nóg sneller vooruitgaan. We zijn hem uiteindelijk toch te snel af en na 1 uur rijden staat er al 40 km op de teller. Figuurlijk dan, want dat ding marcheert langs geen kanten, zoals bij 99% van de scooters en brommers die rondrijden in Vietnam!
Aan de splitsing stoppen we voor een iced coffee uit blik en maken we een praatje met een 65- jarige Nederlander die een 5- weekse rondtrip maakt doorheen ZO- Azië. Hij liet alles op voorhand plannen door een reisbureau in Nederland en laat zich overal gewillig begeleiden door lokale gidsen. Zo hoeft hij niet alleen te zijn en komt hij vaak in contact met de lokale bevolking. We verschieten dat de lieve man maar liefst 6 500 € heeft neergeteld voor zijn avontuur, er zijn nog vrijgevige Hollanders!

We kicken de brommer terug in gang en zien langs de kant van de weg een bordje met opschrift 'Tan Uyen 30 km'. We zijn wat verbaasd dat de 60 km die we normaal gezien nog voor de boeg hebben ineens gehalveerd zijn en glijden euforisch verder naar beneden. 30 km later doorkruisen we inderdaad Tan Uyen maar na wat zoekwerk blijken 'Tan Uyen' en 'Than Uyen' 2 verschillende dorpen te zijn. Kwestie van het soms wat ingewikkeld te maken, zeker? Ik vroeg me al af waar die 'h' gebleven was!

We zetten onze weg verder doorheen een glooiend landschap met groenere rijstvelden, de eerste theeplantages sinds lang en hier en daar gigantische krijtrotsen. Tegen de middag rijden we onze bestemming al binnen. Na enkele hotels te hebben afgegaan blijkt de goedkoopste ook de properste kamer te zijn. Niks te vroeg, want ondertussen is het kwik de 25 graden al voorbij en we hebben nog steeds onze dikke kledij aan. We besluiten ons voor de rest van de dag lekker af te kappen, gaan lunchen in het restaurant naast het hotel, nemen een verfrissende douche en daarna ga ik een boekje lezen aan het meer dat voor het hotel ligt. Na een tijd komen enkele studenten uit het niets naar me toe en na een korte oefening 'Engels praten' wil één van de jongens met mij op de foto. De andere jongen bekijkt het resultaat, zegt 'waaauw!' en wil ook nog eens met mij poseren voor zìjn foto! Van een attractie gesproken... Tim blijft liever binnen en bekijkt de laatste aflevering van Extra Time, kwestie van bij te blijven met het Belgische voetbal.

In de late namiddag nemen we de brommer en verkennen het stadje, de straten zijn opvallend leeg. We zakken af naar de markt waar er toch wat meer beweging is en kopen nog wat proviand voor vanavond en morgen. Iets verderop zien we bij een katoenhandelaar zakken liggen die ideaal zijn om onze bagage extra te beschermen tegen het stof dat echt overal tussen kruipt. We krijgen de zakken gratis van de vriendelijke man. Ook de andere mensen zijn enorm vriendelijk, kinderen zwaaien, lachen en schreeuwen naar ons en het valt op dat we wederom 'the only tourist in town' zijn.

We keren bij zonsondergang terug naar het hotel en merken op dat de straten helemaal niet meer zo leeg zijn. Iedereen lijkt buiten te komen om sport te beoefenen: mensen spelen badminton voor hun huis, er zijn vele lopers rond het meer, op het sportveld speelt men een potje voetbal en volleybal, ... En wij voelen ons hier stilaan thuis in een stad ver weg van alle toerisme, waar het leven voor de lokale bevolking zijn gewone gangetje gaat. We worden voor het slapengaan nog even beziggehouden door grote mieren die om onverklaarbare reden vanonder het bed kwamen. Na een klopjacht lijken ze verdwenen en gaan we met een gerust gemoed slapen.






Dag 10: Rit van Than Uyen naar Son La +- 160 km.

De routine van de voorbije dagen herhaalt zich: we pakken ons boeltje in, eten een noodle soup naast de deur, betalen de kamer, binden de bagage op de brommer en zijn terug klaar voor vertrek. Volgens Google Maps leiden twee wegen naar Son La en we kiezen er na lang twijfelen voor om de weg te nemen die het Nationale Park doorkruist.
Het blijkt in het begin een goede optie en we haspelen de eerste 15 km vlot af, maar onze keuze breekt ons al snel zuur op wanneer ineens de weg verdwenen blijkt te zijn en heeft plaatsgemaakt voor een meer. We zijn in 't zak gezet door Google Maps, want daarop is in de verste verte geen meer te zien! Een aantal locals hebben er een bootje liggen en één van die mannen ziet zijn kans schoon om wat geld uit onze zakken te slaan. We weigeren beleefd zijn voorstel om de brommer het schamele bootje op te duwen en voor maar liefst 500 000 VND (25 $) overgezet te worden naar 'God weet waar'. Dan nog liever terug naar af! We keren terug naar de stad, draaien de hoofdbaan naar Son La op en laten Than Uyen, ondertussen badend in de ochtendzon, voor een tweede maal achter ons.

Het zal lang niet de enige hindernis van de dag worden, want we zijn nog geen 20 km gevorderd wanneer we in een ware bouwwerf terechtkomen. Op de weg die er ooit moet geweest zijn is er nu een gigantische stuwdam, met daarachter een enorm stuwmeer aangelegd. We weten niet welke kant we uit moeten en leggen ons lot dan maar in handen van een brave ziel die we bovenaan de dam tegen het lijf lopen (alé, rijden). We doorkruisen de bouwwerf, die vol putten ligt door het zware vrachtverkeer, en komen uiteindelijk uit op een nieuw aangelegde weg rond het stuwmeer. Zo strak als nen biljart en vrij indrukwekkend allemaal!

We zetten onze tocht verder door deze toch wel ruwe, weinig bevolkte en bergachtige omgeving en komen zo een héél eind verder terug uit op de oude weg. Verrevan nen biljart! Ons beest moet opnieuw wat bergpassen over maar wordt niet geholpen door de vele putten in de weg, waardoor het ook lastig is voor Tim om de brommer steeds in evenwicht te houden bij het mijden van de slechte stukken. We rijden door een aantal dorpen waar etnische minderheden wonen in traditionele paalwoningen en ook gekleed zijn in traditionele kledij. Vrouwen houden hun lange haren samen in een dot pal op hun hoofd en binden daar ook nog een doek rond. Nogal een grappig zicht wanneer ze daarop ook een helm dragen achter op de scooter!

De late lunch is niet om over naar huis te schrijven en we zetten onze tocht snel verder, draaien een gigantische brug op, nemen de volgende beklimming en zijn blij om daarna te kunnen dalen en een goede baan onder ons gat te hebben. In de verte staat wat politie en ondanks het feit dat we met alles in orde zijn, nijpen we ze wanneer we hen voorbijrijden. Fieuw, gelukkig geen gezever! Verderop zit één flik strategisch in de gracht, wellicht om via walkie-talkie aan de combi door te geven wie ze moeten snappen. De vriendelijke man groet ons met een legergroet.
De gps en de lokale bevolking wijzen ons nog een aantal keer de juiste richting uit en zo bereiken we uiteindelijk vlot de Q6, een nationale weg, van waar we nog 25 km voor de boeg hebben. Uitgekookt bereiken we Son La rond 16u na een hete en lange dag op de brommer!






Dag 11: Rit van Son La naar Mai Chau +- 175km.

De lastige rit van gisteren is verteerd en we maken ons rustig klaar voor een korte etappe tot in Moc Chau. We nemen de tijd om samen met de stad te ontwaken en het loopt al gauw tegen elven eer we Son La goed en wel de rug toekeren. 't Is een overgangsrit vandaag, zoals ze die in de koers ook al eens voorgeschoteld krijgen. Het duurt een eind vooraleer we wat plattelandsleven te zien krijgen en de vergezichten zijn lang niet zo bijzonder, al zijn we wel verwend geweest op dat vlak de voorbije dagen!

De zon jaagt de temperatuur de hoogte in dus we gunnen onszelf af en toe een rustpauze. Op twee plaatsen stoppen we voor een koffietje, maar ze zijn ons precies liever kwijt dan rijk vandaag. Precies allemaal met 't verkeerde been uit bed gestapt? We bereiken Moc Chau rond 2u in de namiddag, bekijken het allemaal eens en besluiten door te rijden tot Mai Chau, zo'n 60 km verder, want hier valt niet veel te beleven! We slaan snel een goedkope, maar slechte maaltijd achter de kiezen en gaan terug de baan op. Hoe saai de rit tot in Moc Chau was, des te aangenamer wordt het eens we het mini- stadje verlaten. We cruisen door glooiende heuvels begroeid met boomgaarden en genieten van het zachte briesje, het gejoel van spelende kinderen verstopt tussen de bomen en de welkome rust die de groene omgeving uitstraalt. Pure verwennerij!

Dat het weer in de bergen al eens verraderlijk kan omslaan weet iedereen, maar we hadden het voor vandaag zo gek niet kunnen bedenken. Zo'n 30 km voor onze bestemming wordt het ineens gevoelig kouder en zitten we plots terug met ons hoofd tussen de witgrijze wolken. Het heeft duidelijk geregend en dat zorgt voor een vettig boeltje aan de wegenwerken die er aan de gang zijn. We schuiven door het slijk naar beneden en halen opgelucht adem wanneer we zonder kleerscheuren terug de begane weg opgaan. Wat verderop ligt onze bestemming Mai Chau, glunderend in het avondzonnetje! Groene rijstvelden verwelkomen ons, we verwennen onszelf met een duurder maar gezellig hotelletje en genieten vanop de kamer van de ondergaande zon die de bergen omarmt en de hemel met een zachtroze gloed verblijdt. We eten een lekkere Bún bò in de straat en kiezen daarna snel voor de slaap, al denken de honderden kikkers er in het rijstveld naast onze kamer wel anders over. Als dat maar goed komt met die slaap, kwaak!






Dag 12 en 13: 'rust'dagen in Mai Chau.

Mai Chau ligt op een 4-tal uurtjes rijden van Hanoi en nogal wat toeristen zakken naar dit plaatsje af voor een tweedaagse begeleide tocht, gekoppeld aan een 'traditionele homestay' in een etnisch dorpje. We zien hier dus wat meer Westers volk dan we de afgelopen twee weken gewend waren (met uitzondering van Sapa). Zo'n homestay lijkt ons maar niets, want het dorpje lijkt in de verste verte niet op de vele dorpjes die we op de brommer voorbijgereden zijn. De traditionele paalwoningen zijn erg 'clean', net zoals de ruimtes onder en voor de woningen. 's Avonds verzamelen alle 'homestayers' dan om een traditionele dansvoorstelling bij te wonen en voor de rest kan je er vooral veel geld aan souvenirs laten liggen. Het oogt ons wat artificieel, we stellen ons wat vragen bij die 'èchte' beleving van het Vietnamese plattelandsleven en verkiezen dan ook 2 rustdagen in ons luxueuzere stekje aan de groene vallei.

We ontmoeten bij het ontbijt een Belgisch koppel (Luc en Nadine) uit Schellebelle, Tim steekt de brommer nòg maar eens binnen bij een mechanieker want er lekt olie aan de motor door een versleten piston, we doen een ritje naar het meer en een waterval, we voorzien Tim van een korte coupe, ik probeer wat slaap in te halen en 's avonds praten we met een gepensioneerde Canadees (Rob) die nu als fotograaf de wereld rondreist. Hij ziet er niet uit alsof hij de pensioengerechtigde leeftijd al bereikt heeft en we vermoeden dat hij als tandarts/financieel analist wel goed zal geboerd hebben. Hij vertelt met volle overgave over zijn reiservaringen en we nemen zijn boeiende verhalen mee de nacht in. Dat worden zoete dromen!

's Morgens staat een heerlijk ontbijtbuffet op ons te wachten, da's lang geleden! We eten met smaak onze buikjes rond en vertrekken daarna voor een grote wandeling in de omringende bergen. Rob vergezelt ons een tijdje, maar besluit vroeger terug te keren wanneer het echte klimwerk begint. Hij is diabeet en had zich niet voorbereid op zo'n heftige wandeling. Wij zetten onze tocht verder op smalle padjes in een dunbevolkt gebied. Het pad leidt ons naar een poel waar een aantal waterbuffels genieten van hun bad. Ze zijn niet opgezet met onze aanwezigheid, stellen zich met veel 'geste' recht en we kiezen snel het hazepad vooraleer we neergebuffeld kunnen worden! De lokale bevolking wijst ons vriendelijk de weg naar het eerste dorpje en vanaf hier volgen we de asfaltweg terug naar Mai Chau. Het is bakken en zweten in de zengende hitte en na 4u stappen is de verfrissende douche meer dan welkom! Tim gaat met de brommer naar de Rua Xe ('brommer'-wash) terwijl ik mijn benen de lucht in gooi. 's Avonds blijven we in de bar hangen met Rob en het Belgische koppel, skypen  met het thuisfront en de aanwezige familie en sluiten de avond af met 2 Friends- afleveringen. Morgen hebben we opnieuw de brommer onder ons gat!




Dag 14: Rit van Mai Chau naar Na Meo +- 150km.

We nemen met een volle maag, na alweer een heerlijk ontbijtbuffet, afscheid van Rob, Luc en Nadine. Tegen tienen zitten we op de brommer, klaar voor onze laatste dag op Vietnamees grondgebied. Het miezert een beetje het eerste uur waardoor de weg er wat gladjes bij ligt. Al zijn we niet de enigen die daar last van hebben. De puppy die zich uit de voeten maakt wanneer we claxonneren mist zijn bocht naar het erf en maakt drie tuimelingen alvorens terug op zijn 4 poten terecht te komen. Het beestje is er even niet goed van en schudt eens goed met zijn kopke alvorens het terug bij zijn positieven is. Hilariteit alom! Ook de wasbeurt voor de brommer en onze broeken gisteren bleek een 'waste of time' te zijn... Ach ja, wat moet een mens anders met zijn tijd aanvangen op een zonnige rustdag?!

De kinderen zijn er weer als de kippen bij om ons toe te juichen en naar ons te zwaaien en te roepen tot we de hoek om draaien. Ook de volwassenen zijn goedgeluimd vandaag en lachen ons toe. En ik, ik zit weer met een smile tot achter mijn oren te genieten van al die schone momenten! 't Zijn schone 14 dagen geweest, achter op de brommer doorheen het ruwe noorden...We hadden het voor geen geld willen missen!
Naarmate we vorderen stopt het met miezeren en de weg mag er dan wel droog bij liggen, de staat ervan laat méér dan te wensen over. De laatste loodjes wegen het zwaarst, zeggen ze, en ook nu is het niet anders. De laatste 40 kilometer in Vietnam kruipen (niet in de benen zoals bij de coureurs) serieus onder het vel want sommige stukken zijn erg zwaar om ons beest voorbij te loodsen. De weg heeft duidelijk hard te verduren onder het zware vrachtverkeer dat hier dagelijks passeert, ook al is Na Meo een weinig gebruikte grensovergang. We slagen met verve maar dat kan niet van elk voertuig gezegd worden. Zo'n 30 km voor de grens heeft een vrachtwagen zich vastgereden en het ziet er niet naar uit dat die daar snel zal weg geraken! De dorpsbewoners verzamelen rond de mastodont, maar het uitgraven zal nog wel een tijd duren en we slaan het tafereel met opengesperde ogen gade.

Ook de laatste hindernis is er nog eentje om 'U' tegen te zeggen want op het laatste barslechte stuk, een bergpas naar omhoog nota bene, moeten we drie zwaar overladen trucks zien te passeren. Tenzij we natuurlijk twee uur langer op de brommer willen zitten... Niet dus! De trucks hellen telkens zwaar over van de ene naar de andere kant wanneer ze opnieuw een bocht nemen en verder naar boven kruipen. We dachten het initiatief te laten aan een scooter met drie locals op (die mannen zijn dat tenslotte toch gewend?!) maar die dachten daar duidelijk anders over en lieten ons het vuile werk opknappen. En zij maar in het wiel kruipen!! Met een groot ei in de broek slagen we er na enkele mislukte pogingen toch in eerst de eerste, en daarna ook de andere twee, voorbij te steken en ligt de weg naar een nieuw avontuur in Laos wagenwijd open!

We malen de laatste kilometers af en rijden rond 3u het grensdorpje binnen, installeren ons in de enige hostel die we kunnen vinden en genieten van een zalige douche om het laatste Vietnamese stof van ons af te spoelen. We mogen dan al de zichtbare sporen uitwissen, de mooie herinneringen van meer dan 2 maanden in Vietnam nemen we zeker en vast mee de grens over!





Dag 15: Rit van Na Meo naar Sam Nuea +- 90 km.

We pakken alles in, eten nog een noodle soup bij de deur en staan om half 9 klaar om naar de grenspost te rijden. Er doen nogal wat verhalen de ronde op het internet en eigenlijk is het niet 100% zeker dat we de brommer Laos kunnen binnenkrijgen. Afhankelijk van welke grensovergang je neemt maar ook afhankelijk van het humeur van de ambtenaar in kwestie, kan het al eens zijn dat je tegen een dikke vette 'NO' aanloopt. Dan kan je alleen maar hopen dat je 's anderendaags met iemand anders zaken kan doen! In Na Meo zou het in principe moeten lukken en om de zaak een duwtje in de rug te geven leg ik mijn haren mooi in de plooi (lap, die helm moet nog op mijn hoofd!), oefenen we snel nog even onze mooiste glimlach en onze 'pleeeeaaaaase!'- puppyface. Daar gaan we!

We lopen het kantoortje aan de grens binnen om uit te 'stempelen' uit Vietnam. Een bus met mijnwerkers is ons voor, waardoor het moment waarop je liefst zo snel mogelijk wil 'stempelen en wegwezen' jammer genoeg 'iets' langer zal duren. We draaien wat met ons vingers en krijgen na lang wachten (in onze mindset althans) groen licht. 'Dat ging goed!', lezen we in elkaars gedachten en we springen snel de brommer op.
Tot een andere man in uniform ons een halt toeroept. We hebben nog de juiste papieren nodig voor de brommer, anders kunnen we problemen krijgen met de politie in Laos. 'Uiteraard, al goed dat u daaraan dacht!' Maar in ons binnenste denken we: 'Aha, nu komt de aap uit de mouw!' We lopen in zijn kielzog naar een ander kantoor, waar zijn kameraad ons opwacht. Hij brengt de papieren in orde en hiervoor moeten we 20 dollar betalen. Hiermee is de kous af!
Ook al weten we dat het geld niet dient om de juiste papieren te betalen maar wel om die mannen hun zakken te vullen, we zijn al blij dat er geen gezever aan te pas kwam en we onze smekende puppyface achter onze vriendelijkste glimlach kunnen bewaren.

We pikken de brommer op en rijden door naar de andere kant van de grenspost om ons visum voor Laos in orde te brengen. Vijf mannen die kunnen lezen en schrijven zijn druk bezig met het invullen van de papieren voor alle mijnwerkers, waardoor we ook hier geduld moeten uitoefenen. Anderhalf uur na het binnenrijden van de eerste grenspost staan we met beide voeten en twee wielen op Laotiaanse tarmac, klaar voor een eerste rit van 90km!

Al in het eerste dorpje dat we binnenrijden worden we toegejuicht door de vele spelende kinderen op straat. Ze roepen niet 'hello!!', zoals we gewend waren in Vietnam, maar iets wat we achteraf begrijpen als 'sabaidee', ofte 'hallo' in het Laotiaans. We roepen iets terug in de aard van 'aaawaaaiiee!'.
Het landschap oogt meteen anders dan aan de andere kant van de grens en bergpassen door de wilde jungle wisselen af met passages door dorre valleien. De temperatuur is hier dan ook al danig de lucht in geschoten en ik wed dat er reeds 30 graden op de teller staat. We bereiken Sam Nuea kort na de middag en zijn verbaasd dat we in deze uithoek van Laos toch wat toeristen tegen het lijf lopen.

's Avonds gaan we eten met Chris en Roanna, een Canadees- Engels koppel die net zoals ons een brommer gekocht hebben in Vietnam en enkele dagen geleden in Na Meo de grens zijn overgestoken. De truck die zich vastgereden had 30km voor de grens bleek er toen ook al te staan! We genieten van onze avond en lachen om de vele gelijkenissen en stoten die we met de brommer al zijn tegengekomen. Er is hier het één en ander te doen om enkele dagen te vullen dus we besluiten ons verblijf hier te verlengen met 2 extra nachten.


Dag 16 en 17: Sam Nuea.






Dag 18: Rit van Sam Nuea naar Viengthong +- 150 km.

We hebben vroeg afgesproken met Bel en Arthim, een Israëlisch koppel dat we eergisteren leerden kennen. Ook zij rijden rond met een Honda Win en staken net zoals ons enkele dagen geleden de grens over in Na Meo. We willen samen naar Viengthong rijden en vertrekken vroeg genoeg om de ergste hitte een stapje voor te zijn. Eerst nog even de lege magen vullen!

Bel en Arthim reizen met één backpack om het gewicht achter op de brommer te beperken en het wordt al snel duidelijk dat we op de steile beklimmingen een maatje te klein zijn voor hen. We volgen elk ons eigen tempo en ze stoppen af en toe eens om ons op te wachten. Zo moeten ze niet steeds met de rem op rijden en hoeven wij onze brommer niet tot het uiterste te drijven om in hun wiel te kunnen blijven. Het is de eerste keer dat we met anderen samen rijden en het is leuk om onze ervaringen met deze goedlachse krullebollen te kunnen delen.

De groene, glooiende bergtoppen en de gladde baan met zachte bochten die daarover heen draait en keert maken het aangenaam om te rijden. Al zijn de beklimmingen wel kleppers van formaat! De steile hellingen verplichten ons om de brommer terug te schakelen naar eerste versnelling, soms een kwartier lang. We kruipen naar omhoog en worden nog maar eens met onze 'snel'heid geconfronteerd wanneer Léo, een 42- jarige Fransman die we ook leerden kennen in Sam Nuea, op zijn scooter voorbij scheurt. 'See you at the top!', schreeuwt hij met een brede glimlach op zijn gezicht. Ach ja, we kunnen er best om lachen en de langgerekte afdalingen aan de andere kant van de berg maken het gevecht steeds de moeite waard!

We rusten rond het middaguur even uit onder een gigantische boom die stevig staat te pronken met zijn volle kruin en een blik werpt op het dorpje dat een beetje lager ligt. We genieten van de welgekomen schaduw en een vers theetje en enkele dorpsbewoners komen een praatje met ons slaan. De kindjes volgen stiekem in de achtergrond maar de kleinste heeft het zo niet begrepen op 'falang' (buitenlanders) en begint te huilen zodra we haar wat aandacht schenken. Dan maar terug de brommer op want we hebben wel nog wat kilometers voor de boeg!
De laatste 50 km dienen zich aan met een enorm steile beklimming die eeuwig lijkt te duren. Na 25 km stijgen beginnen we eindelijk aan één langgerekte afdaling tot in Viengthong, waar Léo ons staat op te wachten aan de guesthouse. We doen nog even zaken met de uitbater en krijgen korting omdat we met zovelen zijn, smijten de bagage af en gaan op zoek naar een geschikte plaats om te eten.

's Avonds leven we ons met z'n allen uit op de lokale kermis, tot groot jolijt van de kinderen, slaan wat biertjes in die we bij een gezellige babbel op het balkon van de guesthouse ledigen en kruipen uiteindelijk vermoeid maar voldaan onder de lakens.


Dag 19: Rustdag in Viengthong.

Vandaag is het zaterdag en we hebben een dagje zonder brommer ingelast in Viengthong, een district in het noordoosten van Laos. Ik herinner me nog dat het niet makkelijk was dit stadje te vinden op onze landkaart. Vroeger heette Viengthong immers 'Muang Hiem', wat 'opgelet voor de tijgers' betekent. Muang Hiem staat wel op de kaart en tientallen jaren geleden werd men dus gewaarschuwd voor aanvallen op de mensheid door tijgers in het gebied. Na de Laotiaanse burgeroorlog werd de naam dan veranderd naar Viengthong. De stad mag dan wel een naamsverandering ondergaan hebben, er zijn nog steeds tijgers aanwezig in het gebied. Al is de kans klein dat één van hen ons voor de voeten zal lopen, want ze bevinden zich in het Nam Et-Phou Louey National Protected Area, hier vlakbij.

Nee, we gaan geen tijgers spotten vandaag. We brengen gewoon een bezoekje aan de hot springs net buiten de stad en doen een wandeling langs de vallei. Op zaterdag komen ook vele locals met hun kroost picknicken aan de warmwaterbronnen. Kinderen hebben hun zakje met verse eieren mee die ze, door de hoge temperatuur van het water ('HOT' springs!), te koken kunnen leggen. Even wachten, en de zaak is geklonken! Een gezellige boel, dat is zeker. Maar om verkoeling te zoeken bij deze hoge temperaturen moet je hier uiteraard niet zijn. Na onze wandeling keren we terug naar ons stekje, nemen een verfrissend pintje (Tim) en cola'tje (An) in de hand en smijten voor de rest van de dag de benen in de lucht. Schol!



Dag 20: Rit van Viengthong naar Nong Khiaw +- 170 km.

Genoeg geluierd gisteren, vandaag is het opnieuw tijd voor het echte werk. We staan samen met Bel en Arthim in alle vroegte op om de eerste uren in een aangenamer temperatuurtje te kunnen rijden. We kunnen hen deze keer gemakkelijk volgen en het lijkt een vlekkeloze rit te gaan worden. Dat denk ik dan, achter op de brommer. Ik zou beter moeten weten want elke brommer- dag heeft zo wel wat verrassingen in petto. Meestal aangename, zoals de talrijke kinderen aan de kant van de weg, of de adembenemende landschappen waar we doorheen rijden, of wat dan ook.
Dit keer spelen de kippen een hoofdrol. Want om de één of andere dwaze reden beslissen die beesten soms in een fractie van een seconde niet meer dezelfde maar omgekeerde richting uit te gaan. Niet verder oversteken dus maar in een haast terugkeren. Of een fractie van een seconde langer twijfelen en dus een halve seconde minder gehaast terugkeren. Soit, de kip twijfelt... en brengt ook Tim aan het twijfelen. Het gewicht van de bagage sleurt de brommer uit zijn evenwicht en Tim haalt alles uit de kast om ons recht te houden. De kip kunnen we ontwijken maar de hoop kleine rotsblokken aan de kant van de weg niet meer. Kinderen die eerst met een lach naar ons zwaaiden, verstommen en springen weg. We gaan over de hoop rotsjes en komen twee meter verder tot stilstand. Verschoten, dat wel. Maar vooral opgelucht dat we niet tegen de vlakte zijn gegaan. 

De schade valt al bij al nog mee, al heeft de uitlaatpijp een flinke deuk gekregen door de rotsblokken en is ze bovendien afgebroken ter hoogte van de motor. Op zich is dat geen groot probleem dus we hangen de uitlaatpijp vast met wat ijzerdraad en besluiten zo verder te rijden tot aan onze bestemming. Iedereen zal het geweten hebben, het oorverdovende geluid doet alleman opkijken wanneer we eraan komen!
Des te luider de brommer, des te stiller zijn wij ervan geworden. We beseffen dat we geluk gehad hebben en moeten even bekomen van het voorval maar naarmate de weg vordert ebt de schrik weg en pikken we de draad opnieuw op. Al zijn kippen vanaf nu vijand nummer 1!


Dag 21 tem 26: Verblijf in Nong Khiaw en Muang Ngoi.
We maken de balans op van 20 dagen motorrijden en blijkt dat, naast de afgebroken uitlaatpijp, ook heel wat spaken in het achterwiel gebroken zijn en ook het kader onder mijn zitvlak een flinke krak gekregen heeft. Zodra we de geschikte man vinden kan dit allemaal snel hersteld worden maar daar wringt nu net het schoentje. De enige man in het dorp die ons kàn helpen is al de ganse dag op zwier en andere mechaniciens willen er niet eens aan beginnen. Tim holt van de ene plaats naar de andere en krijgt steeds het deksel op de neus. We krijgen er stilaan genoeg van en laten de brommer even voor wat het is. We zetten hem op stal en besluiten een aantal dagen in Muang Ngoi door te brengen, een rustig dorpje langs de rivier op een uurtje hiervandaan. De volgende ochtend zakken we af naar de kade en nemen de boot noordwaarts. 'De boot' is eigenlijk een lange houten kano, weliswaar gemotoriseerd en wat omgebouwd en in een felblauw kleurtje gestoken. 'T is eens iets anders dan ons zwarte beest! We kiezen voor een bungalow aan de oever van de rivier, waar we helemaal tot rust kunnen komen en schommelen in onze hangmat op het ritme en de geluiden van de natuur. 
Na enkele dagen luieren, wat wandelen, zwemmen in de rivier en nog meer luieren keren we terug naar Nong Khiaw. Alles valt uiteindelijk in zijn plooi, de brommer wordt hersteld voor een prikje en we wandelen nog een dagje door de '100 Waterfalls' voor we opnieuw de weg onveilig maken. Let's kick some ass!










 

 

 

 

 

 


 



 

 

Dag 27: Rit van Nong Khiaw naar Luang Prabang +- 140 km.
Het moet gezegd, het Indisch restaurant in Nong Khiaw was zowat onze tweede thuis geworden tijdens ons verblijf hier de voorbije dagen. De lieve man zag ons maar al te graag komen voor opnieuw een stevig ontbijt, een late lunch of een rijkelijk avondmaal. Wat wil je, héérlijke kost voor geen geld, dat trekt aan gelijk een hoopje stront voor strontvliegen! Vanmorgen was dat dus niet anders en we namen afscheid in stijl voor we opnieuw het vrije pad kozen.
We vertrekken met een fris ochtendbriesje richting het zuiden maar mogen al snel de trui opbergen. De temperatuur zal vandaag weer eenzame hoogtes bereiken, zoveel is duidelijk. Het gaat vlot vooruit en deze keer heeft de rit werkelijk niks bijzonders in petto, afgezien van die ene olifant die een eind verderop voor ons opduikt. Je kan het soms werkelijk zo gek niet bedenken. 
Kort na de middag komen we aan in Luang Prabang, luisteren bij Arthim in welke hostel ze zitten en nemen er ook een kamer voor een prikje. De stad ziet er alvast de moeite uit dus we zullen ook hier enkele dagen vertoeven voor we opnieuw het motorzadel bestijgen.






Dag 28-30: Luang Prabang.
 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

Dag 31: Rit van Luang Prabang naar Phonsavan +- 260 km.
Tim werd gisteravond geveld door koorts en diarree dus het leek ons heel onwaarschijnlijk dat we vandaag ons boeltje zouden pakken. Maar medicatie kan al eens wonderen doen en twee uurtjes later dan gepland staan we toch vertrekkensklaar. Naar Phonsavan is het maar liefst 260 km rijden en we nemen ons voor om het traject in 2 dagen af te leggen. We rijden door een mooi stukje Laos en steken een aantal bergpassen over, waaronder 2 van een serieus kaliber. Maar Rocky (ons zwarte beest) is in goede conditie vandaag en heeft schijnbaar geen moeite om de bergen te bedwingen. De kosten die we eraan gehad hebben werpen duidelijk hun vruchten af! 
We hebben voor het middaguur al 130 km afgelegd en komen aan in Phou Khoun, een tussenstop voor vele toeristenbussen die het traject tussen Luang Prabang en Vang Vieng afleggen. Meer dan dat stelt het kleine stadje niet voor en we hebben geen zin om hier de rest van de dag te slijten. We vullen onze magen en besluiten er nog eens 130 km bij te doen en dus in één dag naar Phonsavan te rijden. Nietsvermoedend van wat ons nog te wachten staat springen we vol overtuiging opnieuw de brommer op. 
In deze tijd van het jaar worden vele heuvelflanken platgebrand zodat de grond terug vruchtbaar wordt. De omgeving waar we door rijden zou hier prachtig moeten zijn, maar de loodzware zon en de smog die door de brandjes in de valleien hangt maken dat we hier niet echt van kunnen genieten. We hadden nog niet van dichtbij kennis gemaakt met de vlammen maar de stevige wind, die een voorbode is van de voorspelde regenvlagen de komende dagen, beslist daar vandaag anders over. De wind jaagt de vlammen de flanken op en neemt heel wat hete as-stukjes mee de lucht in. Vanuit het niets komt het vuur plots wel heel dichtbij en vallen stukjes as op ons. Ik ben doodsbang dat ik wel kan janken en ik denk aan die wijze raad van mijn moeder om het gevaar niet op te zoeken. Soms makkelijker gezegd dan gedaan, mama! We maken ons uit de voeten maar kunnen niet voorkomen dat er wat gaatjes in onze broeken gebrand zijn en ook Tim zijn rugzak is gebrandmerkt voor het leven. 

Gelukkig komen we er snel doorheen, maar ik blijf verschrikt achter op de brommer zitten. We zetten onze weg snel verder en alsof we nog niet genoeg ellende gehad hebben voor vandaag, beslist een klein jongetje om op het laatste nippertje voor onze neus de weg over te steken. We kunnen het ventje maar net ontwijken en zijn wederom aan erger ontsnapt. Ik wil maar één ding: zo snel mogelijk veilig en wel Phonsavan bereiken. Afgepeigerd na onze langste rit ooit en aangedaan van de gebeurtenissen van vandaag zijn we blij een verfrissende douche te kunnen nemen in onze deftige hotelkamer. Het wordt een pizza en een hamburger vanavond onder het motto: ‘het moet niet goed zijn, als het maar veel is'!
 

 

Dag 32: Phonsavan - Plain of Jars.
 

 

 

 

 

 







Dag 33: Rit van Phonsavan naar Kasi +- 175 km.
Phonsavan stelt ons een beetje teleur dus heeft het geen zin hier nog langer onze tijd te verspillen. We pakken ons boeltje in en vertrekken, met dreigende regenwolken rondom ons, 130 km terug naar Phou Khoun om daarna verder zuidwaarts te rijden. Benieuwd hoe lang we het droog gaan houden! Al is dat niet het enige wat me zorgen baart, in gedachten verzonken achter op de brommer. We leggen voor een groot stuk hetzelfde traject af als eergisteren en ik kan alleen maar hopen dat de regenbuien de branden langs de weg geblust hebben, zodat we veilig richting bestemming kunnen bollen. De smog is in ieder geval verdwenen en we kunnen genieten van mooie, groene vergezichten. Eindelijk zien we wat meer van die schone natuur die Laos te bieden heeft en er is in de verste verte geen brandje meer te zien! Ook de verwachte regen blijft lang uit en we houden het op een lichte regenbui na droog tot in Phou Khoun.
We eten opnieuw onze buiken rond in dezelfde eettent als 2 dagen geleden en vertrekken met het zonnetje op kop zuidwaarts. Al is dat plezier van korte duur. We zijn nog maar goed en wel aan onze klim begonnen wanneer we in dikke, olifantengrijze wolken terechtkomen. Het was lang geleden dat we onze jassen nog eens nodig hadden! We kruipen in de mist en gietende regen aan een slakkengangetje omhoog en laten ons even traag terug naar beneden glijden. Jammer dat we net nu met ons hoofd tussen de wolken hangen, want de natuur is hier normaal gezien wondermooi. Al heeft het ook wel iets machtigs, de bergen die met hun toppen boven de dikke wolkensluiers komen piepen! 
We laten, samen met de regen, al dat moois achter ons en zetten onze weg gestaag verder tot in Kasi, een godverlaten gat zo’n 55 km ten noorden van Vang Vieng. Volgens ons is hier geen sikkepit te beleven maar toch zijn er enkele guesthouses langs de hoofdweg. We maken onze keuze en ploffen ons gerief neer in de kamer. Het stinkt hier en het is zeer basic maar we zullen het er toch mee moeten doen. 

Veel zin om de avond in dit stinkhol door te brengen hebben we niet, dus de uitnodiging voor een trouw in het dorp komt als geroepen. De neef van de bruid staat erop dat we hem vergezellen naar het feest. Een gratis feestmaal, daar zeggen we geen nee tegen! We maken ons snel een beetje op en vertrekken samen met een deel van de familie naar de zaal. ´De zaal´ is eigenlijk niet meer dan een hangar, waarin aangeklede tafels en stoelen staan voor maar liefst 1000 man! Dat is wel wat meer volk dan op een trouwpartij in België… De feestvierders komen met mondjesmaat toe, de loods zit na een uurtje wachten zo goed als vol dus het wordt tijd om de magen te vullen met het overheerlijke buffet. Het moet gezegd, we hebben al heel lekker gegeten in Laos, maar dit overtreft werkelijk álles. De curry, de groentjes, de kippenvleugels, … het bevalt ons allemaal héél erg! Er wordt ook wat gedanst maar daar laten we ons niet toe verleiden. Net zoals vele anderen kiezen we ervoor om een tijdje na het feestmaal terug huiswaarts te keren. Een stevige fuif zoals bij ons kennen ze hier duidelijk niet want de zaal loopt al snel terug leeg en achteraf horen we dat tegen 23u iedereen naar huis was. Toch wel een klein verschilletje met België als je ‘t mij vraagt!

 

 

 

 

 

 


Dag 34: Rit van Kasi naar Vang Vieng +- 55 km.
We maken de rugzakken klaar, eten een noodle soup rechtover de deur en bestijgen het zadel van ons zwarte beest voor een korte rit met bestemming Vang Vieng. Kasi verdwijnt al snel in de achtergrond en zal ook in onze herinnering snel in een vergeethoekje belanden. We rijden terug tussen de groene heuvels en genieten van de bochtige wegen, de ruige omgeving, het ronkend geluid van de brommer en elkaar. 
Ruim voor de middag bereiken we Vang Vieng en bellen we Arthim op om ons de weg naar hun verblijfplaats te tonen. Een klein paradijsje aan de andere kant van de rivier, ver weg van alle feestgedruis veroorzaakt door jonge twintigers die hier hun hoogdagen beleven in het spotgoedkope Laos, wordt onze thuis voor de komende dagen. Een kraaknette bungalow, ons eigen terrasje, een gezellige tuin en de omliggende bergen maken het plaatje compleet. Tijd om de benen in de lucht te gooien met een goed boek in de ene en een frisse pint in de andere hand. Schol!

 

 


Dag 35 - 38: Vang Vieng.
Vang Vieng, één van de grotere ‘steden’ in Laos, is een thuis voor de jonge backpacker die zich al feestend en drinkend doorheen de bloedhete dagen slaat en zich daarbij onbeleefd gedraagt tegen de lokale bevolking. Zij, die allemaal hun graantje van dit goedkope toerisme trachten mee te pikken maar daardoor ook hun authenticiteit teloor zien gaan. Al heb ik geen flauw idee of er een haan is die daarnaar kraait. 
Een ander verhaal krijg je wanneer je op het gammele brugje de rivier oversteekt en een eindje verder dwaalt. Hier genieten wij van een klein stukje paradijs in deze gekkenstad. Genoeg toeristen die hier passeren op weg naar de Blue Lagoon om daar hun zuippartij te beginnen en hun afgetrainde lichamen aan elkaar te demonstreren. Om nog maar te zwijgen van de show die opgevoerd wordt door de meiden in hun veel te kleine bikini’s die een halfuur twijfelen en dan toch van de 3 meter hoge tak het water in springen. Iets wat uiteraard op heel wat applaus en gejoel onthaald wordt door hun fans aan de oever van de poel. Me Tarzan, you Jane! 

Geen haar op ons hoofd dat eraan denkt aan dit circus deel te nemen, we bezoeken de grot die wél de moeite waard is en kiezen daarna snel het hazenpad. Gelukkig beslist geen enkele onder hen om op hun terugweg ons paradijsje te betreden en kunnen we 4 dagen lang genieten van wat voor óns echt van belang is.

 

 

 

 

 

 









The End.
De rit van Kasi naar Vang Vieng is onverwacht onze laatste rit geworden met Rocky. De kans om de brommer in Vang Vieng verkocht te krijgen is groter dan in Vientiane, dus kiezen we ervoor om hem hier al te koop aan te bieden. Een 23- jarige Amerikaan is bereid er het gevraagde geld voor op tafel te leggen, dus zijn onze laatste dagen met ons zwarte beest geteld.
We hebben een aantal keren gevloekt wanneer er wéér iets haperde aan ons ‘machien’, maar met Rocky hebben we plaatsen ontdekt en mensen ontmoet die we anders nooit zouden gezien of gekend hebben. We hebben strakke wegen bereden maar vooral ook veel stof gegeten, bergen bedwongen en soms extreme weersomstandigheden getrotseerd. We zagen de natuur op zijn best en daarbovenop hadden we het geluk aan onze zijde wanneer het nodig was. Een knotsgek avontuur op het zadel van ons zwarte beest, iets om van z’n leven niet meer te vergeten!



5 opmerkingen:

  1. Fantastische verhalen en prachtige foto's, we genieten mee!

    Lien

    BeantwoordenVerwijderen
  2. nice guys!
    hadden wij maar tijd voor de rit naar sapa.. prachtig!
    enjoy!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Prachtig ! Jullie zien er echt gelukkig uit !
    Geniet ervan.

    Patricia

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hey Tim en An,

    Van tijd tot tijd volg ik hier nog eens jullie avonturen. Fijn om met de verhalen en foto's een beetje mee te reizen :-)

    Vele groetjes en nog veel plezier,
    Leen (je nicht)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dag Leen,

      Fijn om te horen dat jullie onze blog blijven lezen! Hopelijk genieten jullie vanuit België een beetje mee met onze avonturen.

      Vele groetjes aan iedereen daar!

      Verwijderen