zondag 11 mei 2014

Be illegal.

Luchthavens. Je houdt ervan of je haat ze. Heel vaak kunnen mensen niet rap genoeg op het vliegtuig richting bestemming zitten. Verveeld door het lange wachten draaien ze geïrriteerd rond op hun krappe stoeltje, om de haverklap op hun horloge kijkend om te constateren dat de tijd tergend traag voorbij kruipt. Zucht. Of ze worden lastiggevallen door de kinderen, die geen seconde op het stoeltje blijven zitten en voortdurend aan hun mouw trekken om wat lekkers uit de shop te krijgen of nog maar eens naar het toilet te gaan. 
Ik daarentegen behoor tot de andere categorie. Ik geniet ervan om doelloos rond te slenteren in de vertrekhal, een kijkje te nemen in de kleine shops en een veel te dure en niet zo lekkere ‘luchthavenmaaltijd’ naar binnen te spelen. Ik vind het niet erg om enkele uren te doden op mijn krappe stoeltje in ‘no man’ s land’ en diezelfde tijd zo tergend traag voorbij te zien kruipen. Integendeel, ik ben geboeid door het bonte allegaartje aan nationaliteiten dat de revue passeert en zich een weg baant naar de juiste gate, elk met hun eigen verhaal en eigen reden van bestaan. Zo'n luchthaven is een fabriek, een geoliede machine die nooit lijkt stil te liggen. En elke keer opnieuw ben ik gefascineerd door al die bedrijvigheid en drukdoenerij die ermee gepaard gaat.

Uitgezonderd vandaag. Vandaag heb ik er de pest in. Al heeft dat minder met bovenstaande zaken te maken. 
We zijn klaar om Laos achter ons te laten en enthousiast om een nieuwe episode aan ons reisverhaal te breien. Het hotel regelt een prima taxi naar de luchthaven van Vientiane. So far, so good. Het inchecken van onze bagage daarentegen duurt langer dan normaal en wanneer verschillende medewerkers zich over onze paspoorten komen buigen ruiken we onraad. Men verzoekt ons naar de ‘immigration office‘ te gaan en daarna terug te keren om onze bagage in te checken. 
Tim weet al snel hoe laat het is. Toen we al enkele dagen in Laos aan het bollen waren, hadden we gezien dat er maar 1 stempel in zijn paspoort stond. We hadden er nooit verder bij nagedacht, iets wat ons nu wel eens zuur zou kunnen opbreken. Ik koester nog een beetje hoop dat alles wel oké is en we snel terug beneden staan om ons boeltje op het vliegtuig te steken. Dat mag ik wel vergeten. Die ene stempel die ontbrak was dus wel degelijk van belang! Zucht.
Eerst krijgen we met een man in uniform te maken die er op zich nog redelijk inschikkelijk uit ziet. We gebaren van ‘krommen haas’, verklaren dat we onze paspoorten niet met elkaar vergeleken hebben na het verlaten van de grenspost met Vietnam en we dus niet wisten dat er een stempel te weinig in dat van Tim stond. De man laat ons in het ongewisse en bespreekt de situatie met zijn kloeke vrouwelijke collega, die duidelijk wat meer in de pap te brokken heeft. Ze ziet er minder compromitterend uit en we hebben al snel door dat met deze harde tante niet te discussiëren valt. Argumenten als „hoe konden wij weten dat we 2 stempels nodig hadden” en „wij hebben toch geen fout begaan, het is de fout van de douanier!” halen niks uit en de schuld wordt in onze schoenen geschoven. Tim verbleef illegaal in het land en dat zullen we geweten hebben! Ik voel me onjuist behandeld, verhef mijn stem en wil verder discussiëren met haar maar ze dreigt al snel dat, als ik zo verder ga, ik het eens achter gesloten deuren op de bureau mag gaan uitleggen. Haar ogen lijken wel kogels wanneer ze mij dit duidelijk maakt en haar imposante houding doet me al snel een toontje lager zingen.

Verkondigen dat we het geld niet hebben om nog een stempel te betalen haalt ook niks uit want de enige andere optie die we krijgen is om onze stempel te gaan halen aan de grenspost met Vietnam. Nogal moeilijk wanneer je vliegtuig binnen een dik uur opstijgt… Met veel tegenzin leggen we 50 USD op tafel om ons uit de nesten te werken en we krijgen groen licht om het land te verlaten. Een uur lang zit ik te mokken op mijn stoeltje in de neutrale zone, verveeld op mijn horloge kijkend en vloekend dat de tijd zo tergend traag vooruit gaat. Al goed dat hier werkelijk niks te beleven valt en we 6 uur moeten wachten in Kuala Lumpur op onze vlucht naar Penang. Tegen dan is mijn slecht humeur weggeëbd en is er dus tijd zat om rond te slenteren, een Mc Do naar binnen te werken, de tijd te doden en te genieten van die ó zo fascinerende fabriek. Opnieuw een lesje geleerd!

(Vientiane - 31/03/2014)




Geen opmerkingen:

Een reactie posten